PromZ.be 04-2015

41 promobiss 4/2015 de b-to-b-wereld verkrijgbaar zijn, niet in de retail. Maar, zo zegt Hermans: “Je kunt onze artikelen gerust naast die van de retail leggen, ze zijn zeker zo goed. Elk bedrijf wilt een zekere uitstraling of een saamhorigheidsgevoel via bedrijfskleding. Bedrijven kopen kleding voor het perso- neel dat klantencontact heeft, bijvoorbeeld bij beurzen of bij evenementen. Er is kleding voor vertegenwoordigers.” Dat gaat ook om hemden, kostuums, casual kleding en gespecialiseerde werkkledij. Hermans zit sinds 1988 in die business. Hij is indertijd als stu- dent rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven gestart met de verkoop van T-shirts, swea- ters, polo’s en dergelijke aan studentenverenigingen, aan KMO’s en aan cafés. Zelfs tij- dens zijn legerdienst in 1992 (Hermans behoorde tot één van de laatste lichtingen die nog effectief onder de wapenen moesten) was hij in promotioneel textiel actief. “Tijdens het wachten voor mijn legerdienst besloot ik in de groothandel te gaan en een eigen merk - Squeeze - op te zetten. Ik ben tijdens mijn legerdienst nog naar Bangladesh gevlogen om ter plaatse mijn eerste container te controleren. Dat mocht ik eigenlijk niet als soldaat van een NATO-land. Maar al mijn spaarcenten zaten in dat project, anderhalf miljoen frank (nu zo’n 37.000 euro)...” Waarom ging Hermans in zaken en waarom juist in die textiel-business? “Ik wilde, toen ik negentien, was op eigen benen staan. Het was de drang naar zelfstandigheid.” De keuze viel op de textielsector omdat destijds de stiefva- der van zijn vriendin (later zijn vrouw) een importbedrijf in T-shirts had. P otentieel De link met het van origine Zweedse James Harvest kwam er al in 1993. Toen was het nog een klein merk, maar één met potentieel. “Scandinavië lag indertijd voor op Europa. Daar was een veel ruimer aanbod in textiel dan alleen T-shirts, polo’s en sweaters. Ik deed mijn eerste beurs, Screenprint in Amsterdam, en had geïnvesteerd in mijn stand, vooral voor Squeeze. Ik had één rekje met James Harvest, maar de hele beurs stond daarrond te drummen. Dat aanbod was zo vernieuwend,” zegt Hermans. Hij ver- kreeg de rechten van het merk voor de Benelux. “Ik had als jurist stevig onderhandeld voor mijn contract. In de rest van Europa werd James Harvest verdeeld door Swe- dish Match. Dat had een afdeling voor reclameproducten (SMAP, Swedish Match Advertising Products) met recla- melucifers en -aanstekers en daar zat ook James Harvest promotioneel textiel bij. We deden in de Benelux evenveel omzet als SMAP in de rest van Europa.” Het kwam erop neer dat in 2001 Swedish Match de acti- viteiten van Hermans overnam en zo direct de omzet in James Harvest verdubbelde. Voor Hermans was dat ook een goede oplossing, want zo zegt hij “...de groei ging heel hard. Te hard voor mij als privépersoon. Ik kon de groei niet meer financieren.” Maar drie jaar later vond Swedish Match dat textiel niet meer tot de corebusiness behoorde en deed men de busi- ness over aan het eveneens Zweedse New Wave Group, één van de grotere spelers in pro- motioneel textiel en werkkledij. Jean Hermans ging mee over naar de nieuwe eigenaar. Naast James Harvest Sportswear kwam er toen ook Printer, DAD en later Projob Swedish Workwear bij. Met die merken bestrijkt Hermans meer- dere markten. Met James Harvest zit men in het hogere gamma bedrijfsimago-textiel en is men daar marktleider. Printer is meer het pure promotioneel textiel: T-shirts in grote aantallen (bijvoorbeeld voor 1.000 mensen op een evenement). DAD is een kleiner merk in het aanbod en is gespecialiseerd in meer technische kledij. Projob Swedish Workwear biedt echte werkkledij en is in de top drie van dat segment. Nieuw in het gamma is J. Harvest & Frost, een merk in het hogere gamma van ‘easy care’ overhemden. A anbod Met merken als J. Harvest & Frost is het aanbod van vooral corporate textiel gegroeid. “Toen ik met mijn eigen merk begon had je T-shirts, polo’s, sweaters en caps,” zegt Hermans. Sindsdien is de markt sterk ontwikkeld. J. Harvest & Frost is daar een voorbeeld van op het vlak van corporate kleding met een nieuw overhemd onder de benaming ‘Easycare’. Hermans: “In veel bedrijven heb- ben mensen kostuums en overhemden nodig. Ze reizen daarmee, ze vliegen daarmee en dan is alles verrimpeld. Met Easycare heb je dat probleem niet meer. Bovendien is er aan de bovenzijde aan de rug een naad met stretch. Die verhoogt het draagcomfort. Het is werkkleding voor in de kantoren, echt corporate clothing.” Waar de mode-industrie elk seizoen nieuwe collecties brengt (andere kleuren, andere snit, andere stoffen) is het voor corporate clothing zaak langere tijd dezelfde collectie te hebben. “Bij ons heb je de garantie dat je drie tot vijf jaar hetzelfde hemd kunt kopen,” aldus Hermans. “Je moet ook oppassen dat er geen heel duidelijke details zijn of speciale kleuren. Een bedrijf wil meestal neutrale kleuren.” Toch is er bij de bedrijven wel een wens om iets unieks te Personeelsleden hebben er geen moeite mee om bedrijfskleding voorzien van een logo ook buiten de werksfeer dragen ‘T extielboer ’ J ean H ermans

RkJQdWJsaXNoZXIy NDcxNDY5