PromZ.be 02-2020

22 visiebeelden in het avondnieuws tonen de deelnemers in rode, groene en blauwe jassen, petten en/of sjaals - overeenkomstig de strekking van de vakbond - voorzien van het logo van de bond. Dat vergroot de herkenbaarheid van de deelnemers en werkt aan ‘awareness’ van de vakbonden ‘s avonds in de huiskamers. Professioneel Als je erover gaat denken, is het ‘niet-commerciële’ speelveld heel breed. Dat blijkt ook uit de reacties die PromZ-be kreeg op een aantal vragen over dit onderwerp naar distributeurs: naast scholen en vak- bonden zijn er gemeenten, provincies, gewesten, overheidsdiensten (denk aan de BOB-sleutelhanger....), fundraisers (zoals 11.11.11, Rikolto, en ‘Stop Darmkanker’), zorgcentra, ziekenhuizen, verenigingen (bij- NIET-COMMERCIËLE PRODUCT MEDIA ‘Bij een demonstratie van de vakbonden vergroten rode, groene en blauwe jassen met van het logo van de bond de herkenbaarheid’ Rikolto: niet-commercieel in de prak tijk In de fundraisingsector wordt vooral bij campagnes gebruik gemaakt van product media. Fundraisers hebben twee belang- rijke vormen van inkomsten: structurele donateurs (mensen die via een permanente opdracht een organisatie financieel steu- nen) en incidentele gevers tijdens een campagneperiode (die dan ook aangezet kunnen worden omstructurele donateurs te worden). Bovendien is zo’n campagneweekend of -week een manier om naamsbekendheid voor de organisatie te creëren. Neem bijvoorbeeld Rikolto, de organisatie die zich inzet voor een duurzaam, kwalitatief en betaalbaar voedingssysteemhier en in de rest van de wereld. Rikolto (‘oogst’ in het Esperanto) heette tot in 2018 Vredeseilanden en ging daarna van een Belgische NGOover in een internationale netwerkorganisatie. De tweede week van januari is voor Rikolto een campagnepe- riode. “Dan komen we buiten om een maatschappelijk draag- vlak te creëren, steun te vragen en ook om te voelen hoe ver dat draagvlak reikt,” zegt Bert Wallyn, coördinator private fond- senwerving bij Rikolto. “Het is eveneens een ‘toonmoment’, een moment om zichtbaar te zijn.” Rikolto gaat dan de straat op met ‘goodies’ (voorzien van de naam en het logo van de organisatie) die men aan de man brengt voor 6 euro. In feite is het vragen om steun met een gadget als dank. Dit jaar had men als producten balpennen en houten lepels. “We hebben een keuze gemaakt voor duurzame producten. De balpen is van gerecycleerd plastic. De lepel is van FSC Europees hardhout waar ons logo ingebrand is. Die lepel verwijst eveneens naar het voedingssysteem,” aldus Bert Wallyn. De vrijwilligers kunnen in die periode gebruik maken van vlag- gen en banners die de organisatie ter beschikking stelt. En de vrijwilligers zijn ook herkenbaar aan hun kleding. Zo verhoogt men de zichtbaarheid van de organisatie. Wallyn: “Vroeger hadden we plastic hesjes, maar in het kader van duurzaam- heid hebben we gekeken naar een alternatief. De verkopers/ vrijwilligers dragen voor de herkenbaarheid en de link met voe- ding een keukenschort van licht katoen, met ons logo erop.” Buiten de campagneperiode is Rikolto actief met brooddo- zen in scholen en met T-shirts tijdens de 20 km van Brussel, een fundraising-evenement. Aan dat loop-evenement neemt Rikolto samen met bedrijven deel. Zo’n 600 personen lopen dan ‘onder de vlag’ van Rikolto. “Ze krijgen allemaal een loop-T- shirt met ons logo erop. Als 600 personen in een zelfde T-shirt lopen, krijg je een grote zichtbaarheid,” aldus Bert Wallyn. voorbeeld Responsable Young Drivers, homo-belangenverenigingen, jeugdbewegingen....). En vaak zijn ze goed georganiseerd. Patrick Notteboom (Maximum Image) haalt als voorbeeld ‘Stop Darmkanker’ aan. “Deze organisatie is professioneel geworden door vanuit de non-profit contacten te leggen met de bedrijfswereld om zo te beseffen welke marketingtools nodig zijn om zich bekend te maken en om met de consument in contact te komen,” stelt hij. Voor die fundraiser heeft Maximum Image ook een webshop met merchandisingartikelen gemaakt. Door die producten in de kijker te zetten wil men kopers/donateurs aantrekken. Michel Van Bavel wijst ook op de professionalisering van de non- profit-sector: “Ze zijn georganiseerd zoals de grote bedrijven. Het is toch wel zeer gelijklopend. Je kunt bijvoorbeeld de overheden van van- daag niet meer vergelijken met die van vroeger.”

RkJQdWJsaXNoZXIy NDcxNDY5