PromZ.be 01-2020

51 SPONSORING Sponsoring hoeft niet altijd naar topsport te gaan. De breedtesport - al dan niet op regionaal niveau - biedt ook kansen. PromZ-be werpt een blik op die ‘markt’. W ie de term ‘sportsponsoring’ hoort, denkt meteen aan topsport en de daaraan verbonden mega-budgetten. Grote internationale voet- baltoernooien, het Formule 1-gebeuren (met dit jaar zelfs twee races in de Benelux!), wielerploegen, wielerklassiekers... De naam van de sponsor komt in beeld. Daar doen de media vandaag - in tegenstelling tot zo’n vijftig jaar geleden - niet meer moeilijk over. Want zonder sponsors is er geen topsport en zonder topsport zijn er geen aantrekkelijke sportprogramma’s op de tv, dus geen kijkers én dus geen reclame-inkomsten. Maar sponsoring hoeft niet altijd een zaak van (nationale) topsport en van grote budgetten te zijn. Ook kleinere sporten kunnen ondersteund worden. Voor KMO’s liggen er ook regionaal kansen via het steunen van lokale sportclubs om zo naamsbekendheid en sympathie te creëren. Vroeger was dat een zaak van het plaatsen van de naam op en rond een sportveld en op de sportuitrusting om op die manier ook in de - lokale - media terecht te komen. De ontwikkeling van de sociale media biedt de ‘kleine’ sponsors nu meer kansen. Sportclubs hangen niet meer alleen af van de goodwill van de klassieke - lokale - media, maar zijn zelf ook actief met eigen media: van de clubwebsite tot de club-Fa- cebook-pagina (of pagina’s...). Bovendien zijn er veel meer lokale online-media die graag lokale content (persberichten...) opnemen. Dat betekent ook dat niet alleen de sportbeoefenaren zelf en het publiek bij wedstrijden bereikt worden met de boodschap van de sponsors maar ook een bredere ‘massa’ (volgers op Facebook, unieke bezoekers op websites). Mogelijkheden Wat zijn de mogelijkheden voor bedrijven om met kleinere sportclubs in zee te gaan, zowel in Vlaanderen als Wallonië? Daarvoor zocht PromZ-be cijfers bij Sport Vlaanderen en ADEPS (Administration de l’Éducation physique, du Sport et de la Vie en Plein Air). Volgens de gegevens van Sport Vlaanderen waren er in Vlaanderen in 2018 27.396 clubs. Het gemiddeld aantal sporters per club komt op 81,91 personen (zie tabel 1). Uit de gegevens van Sport Vlaanderen blijkt dat er een groei is in het aantal clubs die aangesloten zijn bij een gesub- sidieerde of erkende sportfederatie. In 2014 waren er dat 14.650, in 2018 16.971. De stijging is er zowel bij kleine clubs (minder dan 30 leden) als middelgrote (30 tot 250 leden) en grote (meer dan 250 leden) clubs. Gemeten naar het aantal clubs blijven voetbal, wielrennen en wandelen in die volgorde de meest populaire sporten (zie tabel 2). ‘Eén op de vijf inwoners in België is bij een sportclub aangesloten’ TOTAAL KLEIN (<30) MIDDELGROOT (30-250) GROOT (> 250) 2014 14.650 6.544 6.644 1.462 2015 15.113 6.796 6.747 1.570 2016 15.462 6.996 6.801 1.665 2017 16.825 7.809 7.346 1.670 2018 16.971 7.951 7.272 1.748 TABEL 1 - Evolutie van het aantal sportclubs aangesloten bij gesubsidieerde of erkende sportfederatie in Vlaanderen (bron Sport Vlaanderen) 2014 1 voetbal 4.235 2 wielrennen 2.559 3 wandelen 1.348 4 dansen 956 5 fietsen recreatief 942 6 volleybal 836 7 paardrijden 836 8 gymnastiek 779 9 petanque 776 10 zwemmen 566 2018 1 voetbal 4.156 2 wielrennen 2.974 3 wandelen 1.511 4 paardrijden 975 5 volleybal 974 6 fietsen recreatief 842 7 gymnastiek 771 8 dansen 625 9 tennis 528 10 zwemmen 492 TABEL 2 - De top tien van populairste sporten (gemeten naar aantallen clubs) in Vlaanderen (bron Sport Vlaanderen) DE KANSEN VAN BREEDTESPORT

RkJQdWJsaXNoZXIy NDcxNDY5