Onderzoek van McKinsey naar de consumentengedragingen in de VS wijst uit dat de consument van vandaag niet het één of het ander wil, maar het één én het ander. Dat kan soms tegenstrijdig zijn. Ze willen én besparen op hun voedingsaankopen én flink geld uitgeven in restaurants.
Het consumentenvertrouwen in de Verenigde Staten is afgelopen periode toegenomen. 33% van de Amerikaanse consumenten liet in de zomer weten optimistisch te zijn over hun financiële situatie. Een jaar geleden was 26% optimistisch. Die evolutie is volgens McKinsey te danken aan de perceptie van de prijzen in de winkels. De grote prijsstijgingen van 2022 en begin 2023 zijn verdwenen. 80% van de consumenten zegt de afgelopen drie maanden een stabilisatie gezien te hebben van de prijzen in de supermarkten.
Maar van de andere kant maakt de helft van de consumenten zich zorgen over hun financiën en laat weten dat het vooral gaat om stijgende prijzen. Iets meer dan 25% zegt ook moeite te hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Als de consumenten geld willen spenderen (40% zegt dat te willen doen in de ‘komende maanden’) dan gaat het eerder om ‘instant gratification’ (in reizen of voeding). Het zijn vooral de jongeren (Gen Z en Millennials) die hun geld willen laten rollen. Maar ze willen ook besparen en vooral méér waar voor hun geld (‘more bang for their buck’). Dat geldt voor 79% van de consumenten. In dat kader koopt de helft van hen een andere hoeveelheid product aan dan dat men gewend was, zo’n 40% gaat naar retailers die goedkoper zijn en een kwart kiest voor goedkopere merken of private labels.
Ook in ons land spelen retailers in op veranderend koopgedrag. Supermarktketen Intermarché en discounter Aldi tonen in hun folders de eigen merken met de boodschap dat die goedkoper als de A-merken maar wel even goed…