T-shirts zijn één van de meest populaire promotionele producten in de Amerikaanse markt. Niet alleen daar, maar ook in onze contreien: van T-shirts voor werknemers, via T-shirts voor evenementen (zowel voor – tijdelijke – medewerkers als voor het publiek) tot T-shirts bij producten (bijvoorbeeld het Jupiler Rode Duivels-T-shirt in het kader van het komend WK voetbal). Het Amerikaanse Advertising Specialty Institute zette een aantal wetenswaardigheden over T-shirts op een rijtje.
In de VS zijn T-shirts interessant voor distributeurs. Ze zijn goed voor 15,7% van hun inkomsten en zijn daarmee het topproduct voor hen. In het zuidoosten van de VS zijn T-shirts het meest efficiënte promotionele product. 62% van de Amerikanen zegt tien of méér T-shirts te hebben. Als al die T-shirts naast elkaar gelegd worden, omcirkelen ze 34 keer de wereldbol.
T-shirts komen eigenlijk van de Amerikaanse marine. Men deelde die sinds 1913 uit om onder het uniform te dragen. In 1920 werd voor de eerste maal de term T-shirt gebruikt (door schrijver F. Scott Fitzgerald). In 1951 droeg Marlon Brandon in de film ‘A Streetcar named Disere’ voor de eerste maal een T-shirt als bovenkleding. Men sprak er schande van, maar de verkoop van T-shirts kreeg er wel een boost door. En in 1996 komt de direct-to-garment-printer voor T-shirts voor een brede markttoepassing beschikbaar.