Belgische adverteerders hebben in juni massaal ingehaakt op het wereldkampioenschap voetbal, vooral met vlaggen (onder meer Jupiler, Coca-Cola, Brussels Airlines) en spiegelhoesjes (zoals Devos-Lemmens en Maredsous). AB-Inbev België meldde in het kader van het WK in Brazilië 800.000 Jupiler-vlaggen met de Belgische kleuren in de markt gezet te hebben. Die deed men cadeau bij aankoop van Jupiler-bier in de supermarkten en in de horeca.
Daarnaast deelde men die ook uit op verschillende evenementen. Overigens zat er nog klein juridisch addertje onder het gras bij uithangen van vlaggen met daarop ook een merknaam. In veel gemeenten valt dat onder de reclamereglementering. In Aarschot zei tijdens een gemeenteraad NVA-gemeenteraadslid Jos Bruynincks dat volgens zijn interpretatie van het reglement van reclameborden wie adverteert voor een product en dat zelf verkoopt 50 euro belasting zou moeten betalen. Professor fiscaal recht Michel Maus (verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel en aan de Universiteit Antwerpen) bevestigde die interpretatie. Geen enkele gemeente heeft overigens die belasting geheven.
Coca-Cola voerde tijdens de actie ‘Win a ball, give a ball’ ten voordele van de Football+ Foundation van de Koninklijke Belgische Voetbalbond. Via een code onder de dop van Coca-Cola-producten gaf men tussen 1 mei en 15 juni elke dag 500 Coca-Cola-voetballen weg. Het totaal kwam op 23.000 ballen. Per bal gaf Coca-Cola ook 2,50 euro aan de Football+ Foundation. Het eindbedrag kwam op 57.500 euro.